In 1985 vond in de Doelen het new wave popfestival Pandora’s Music Box plaats. Alle bezoekers werden verplicht zich te laten fotograferen bij binnenkomst. De collectie geeft een uniek en hip tijdsbeeld uit de roerige jaren tachtig, met de destijds gangbare muziekstromingen. Pandora’s Music Box stopte na 1985, maar werd met de vernieuwende programmering het voorbeeld voor latere festivals zoals Lowlands. De negatieven die opgeslagen waren in 3 filmblikken lagen op zolder bij medeorganisator en oprichter van Mojo Concerts Berry Visser. DIG IT UP herontdekte de negatieven enkele jaren geleden, scande ze en maakte ze toegankelijk. De expositie in 2017/2018 trok veel belangstelling. In 2019 was de collectie een maand zichtbaar op de mediawand van de Rotterdamse Schouwburg. Ook deze fotocollectie werd overgedragen aan Stadsarchief Rotterdam. De tentoonstelling Pandora’s Music Box vond plaats van 19 november 2017 tot en met 11 juni 2018.
Vele Rotterdammers hebben in hun jeugd bij een bezoek aan Diergaarde Blijdorp plaatsgenomen in een trapauto bij de ingang. Met glunderende blik, de haren mooi gekamd en soms geflankeerd door oudere broers, zussen en ouders, keek men in de camera vanstraatfotograaf’ Randolfi voor een felbegeerde afdruk in zwart-wit. Fotograaf Kees Molkenboer legde de Italiaanse fotograaf vast die eind jaren vijftig regelmatig met een trapauto voor de ingang van Diergaarde Blijdorp stond om kinderen te fotograferen. Deze foto uit de collectie van het Nederlands Fotomuseum is een icoon geworden van de wederopbouw van Rotterdam. Ook wordt aandacht gegeven aan straatfotograaf ‘Kodak Piet’ die in Vlaardingen portretten maakte met eenzelfde trapauto. Oproepen bij het publiek leverden veel reacties op. Een deel wordt vertoond in een tentoonstelling.
Het project ’75 Jaar gay Rotterdam’ wordt geproduceerd door DIG IT UP. Deze stichting ontwikkelt als ‘erfgoedlab’ projecten op het gebied van grootstedelijk erfgoed. Dat gebeurt met exposities, etalagetentoonstellingen, documentaires en talkshows. Er wordt bij dit project samengewerkt met onder meer Rotterdam Pride, Stichting Gay Rotterdam, The Hang-Out 010, Ferry Rotterdam, Open Rotterdam en Stadsarchief Rotterdam. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door de gemeente Rotterdam, in het kader van Meedoen in Rotterdam, en de Van Leeuwen Van Lignac Stichting.
Helmuth Tjemmes fotografeert al zestig jaar de stad in al haar gedaanten. Het is moeilijk om hem zonder camera te betrappen, want altijd is hij op zoek naar bijzondere beelden, situaties en plekken in Rotterdam. Helmuth beschikt inmiddels over een collectie van meer dan 50.000 foto’s. Tjemmes kocht in 1957 zijn eerste eenvoudige Kodakcamera. Al gauw vond hij het laten afdrukken te duur en begon hij met het zelf ontwikkelen en afdrukken van foto’s. In 2005 ging hij over op digitale fotografie. STAD liet niet alleen de stad door de lens van Tjemmes zien, maar ook de stad van Rotterdammers in de afgelopen decennia. Met name de beelden uit de jaren vijftig en zestig zorgen vaak voor momenten van herkenning en herinnering. STAD was een expositie van 50 jaar Rotterdam en Rotterdammers. Curator en documentairemaker Joop de Jong stelde in 2017 de tentoonstelling samen.
De eerste tentoonstelling van de DIG IT UP Gallery vestigde de aandacht op het bijzondere werk van JohnGroot. Van Rotterdam een grote studio maken, dat was wat John (alias PHOXX) graag wilde. Hij was fotograaf en locatiescout voor velecommercials, videoclips en andere opnames die Rotterdam als decor hadden. De door DIG IT UP geproduceerde tentoonstelling liet zien hoe John Groot (Omaha, Nebraska, 31 mei 1961 – Rotterdam, 26 februari 2007) sterk heeft bijgedragen aan het beeld van de stad. Als onderdeel van het project werd het archief van John Groot overdragen aan het Stadsarchief Rotterdam. Deze tentoonstelling kwam tot stand met medewerking van: Gemeente Rotterdam Sport & Cultuur, Stadsarchief Rotterdam, IVA Groep, Snoerboer, Ophuysen printers, Arthur Vriens, Elin Haitsma, Tyrone Breet, Jelani Isaacs, Saskia Kagchèl, Berry Visser, Simone Shin en vele anderen.
Apollo was een jongerenorganisatie die begon met bijeenkomsten bij mensen thuis, daarna gehuisvest was in Ruimte aan de Gaffeldwarsstraat, vervolgens op het Noordereiland, Vondelweg 20, samen met het COC aan de Coolsestraat 94, Westersingel, bij het Nivon aan de Dirk Smitsstraat, Josephstraat, waar ze veel last van rondhangende jongeren uit het Oude Westen hadden en reden om te vertrekken naar de Van Oldenbarneveltstraat, weer even bij het COC aan de Schiedamsesingel 175 en uiteindelijk op de Zwarte Paardenstraat 91a, waar C’est La Vie van Ricardo had gezeten en heel vroeger Taboe zat. Afbeeldingen met dank aan onder andere Jos Geerling.
La Bordelaise zat aan de Josephlaan 5 en was volgens de advertentie een vanouds gezellig bruin café. Zwarte Lola was de eigenaresse met achter de bar Kees en Brenda. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. Hans Becker kwam er ook altijd.
Café Boy zat eind jaren aan de Schiedamsesingel 173. Hierna begon de eigenaar de Gossip op de Van Oldenbarneveltstraat 88 wat later De Kameleon zou worden.
Chez Jacques was van 1963 tot en met 27 mei 1984 gevestigd aan de Gouvernestraat 46 en later ook 48 direct naast Odeon. Chez Jacques met als eigenaar Jacques van Beuken is één van de meest legendarische homocafé’s van Rotterdam. Van Beuken organiseerde in samenwerking met onder andere jongerensociëteit Apollo en het COC jaarlijks een carnaval in de oude Jaminfabriek, waar toen het Trefcentrum zat. In het door Rob de Vries gemaakte filmpje wordt Jacques van Beuken geïnterviewd. Café Jacques was een kroeg waar men afsprak om een avondje te stappen. Na de modernisering met het erbij trekken van het hoekpand aan de Gouvernedwarsstraat werd het een disco. Na het werk een heerlijke plek met oud Hollandse muziek, schlagers, inhaken maar. Elk jaar verbouwen (nou ja, een nieuwe kokosmat). Soms zelfs moesten zuurstofflessen open voor de frisse lucht. Volgens sommigen was Chez Jacques de bar waar een legendarische lampje in de vorm van een uil stond. Het verhaal gaat dat als de portier bezoekers niet vertrouwde, hij het lampje aan deed om de bezoekers te waarschuwen dat er gevaar dreigde. Dat kon de zedenpolitie zijn of een ‘stille’. Maar voormalig vaste bezoekers kunnen zich het lampje daar niet herinneren.
In het begin van haar bestaan maakte het COC voor haar bijeenkomsten gebruik van de huiskamers van hun leden. Vanaf het moment dat de vereniging groeide en de huiskamers te klein werden, ging men op zoek naar zaaltjes. Het eerste onderkomen was in artiestenbar Charly Stok aan het Mathenesserplein 14. In 1951 vond de vereniging onderdak in een bovenzaaltje van een café aan de Heemraadsingel. Toen de uitbater de bezoekers wat beter leerde kennen, was dat de reden om het COC in het vervolg niet meer toe te laten. Eén van de leden die telkens van zaaltje naar zaaltje moest trekken was Bram van Leeuwen, de man die later bekend werd als de Prince de Lignac. In 1953 kreeg hij genoeg van het Rotterdamse COC-gekwakkel. Hij werd zelf maar voorzitter en gaf zichzelf een maand de tijd om naar een nieuw, vast COC-lokaal te zoeken. Bij een bakker in de Coolsestraat 35, die naast de ruimte voor zijn bakkerskarren nog een zaaltje exploiteerde, had Van Leeuwen beet. Voor zeventig gulden per week tekende hij namens zijn Nederlands Talen Instituut een huurcontract, met toestemming voor onderverhuur. Het COC heeft er jaren gebruik van gemaakt. Toen de bakker erachter kwam wat voor vlees hij in de kuip had, bleek hij geen enkele moeite te hebben met de bezoekers. Door de groei van de vereniging breidde het COC in 1967 uit en vergrootte de ruimte door het pand op nummer 33 erbij te betrekken. Aan de locatie werd in navolging van Amsterdam de naam “de Schakel” toegewezen. Deze locatie werd na de verhuizing van het COC naar nummer 94 de dansgelegenheid After Dark I.
Op 8 juli 1937 schreef mevrouw Elisabeth Hermine Auguste Papst zich in bij het Rotterdamse bevolkingsregisters op adres Westzeedijk 26 in Rotterdam. Waarschijnlijk ging ze toen boven de bar wonen, waar zij een zeemanskroeg onder de naam Cosmo Bar zou gaan starten.
Sauna “Finland” aan de Grondherendijk is al zeer lang hier gevestigd, het ligt niet ver van de zuidelijke tunneluitgang. In 1995 getroffen door een brand waarbij 3 mensen om het leven kwamen, Een jaar later heropend. Voor de saunaliefhebber en voor degenen die wat anders zoeken een hete plek. Als ”pa” binnenkwam wist je dat het tijd werd om je aan te kleden.
Flipofes was een manifestatie van 9 september tot en met zondag 14 september 1986 in de Lantaren, de Doelen, Hal 4, Lijnbaancentrum, optocht door de stad, filmvertoningen, exposities, theatervoorstellingen, concerten, workshops, discussies en slotfeest.
Gay Bar verzorgt underground queer feesten sinds 2011 in Club Bar aan de Schiekade 201. Gay Bar wil een feest zijn waar iedereen zich goed voelt, vrouwen, mannen en alles wat er tussen in zit. Het gaat ze om het feesten en de muziek. De muziek wordt omschreven als Disco Noir & Wavey Electrix. Gay Bar noemt zichzelf hetero-vriendelijk. Fotograaf Ari Versluis doet de visuals en dj’s Spacemaker en Leather E de muziek, samen met gast dj’s en live acts uit binnen en buitenland. Omdat zij een no-photo beleid hebben zijn er weinig foto’s van het publiek. Gay Bar heeft in 2019 voor de derde keer een eigen kleine stage op het Milkshake festival in Amsterdam.
Waar ooit de Embassy Club op de Schiedamsesingel 139 gevestigd was, begonnen Dick Beekman en Herman Dickers op 1 september 1984 de Gay Palace. Beekman en Dickers hadden de zeer succesvolle winkelketen Bluetiek-In met spijkerbroeken van het merk Ball opgebouwd. Na vanuit de Oude Binnenweg diverse filialen in de stad te hebben opgezet, ontstond de vraag wat gaan we doen. Uitbreiden in andere steden? Maar dan moeten we heel veel in de auto gaan zitten en daar hebben we geen zin in. Laten we een discotheek beginnen, maar dan met een heel scherp prijsbeleid, goedkoper dan de andere discotheken in de stad. De Bluetiek-In werd vanaf de eerste dag een groot succes. Het homostel besloot vervolgens ook een grote homozaak te gaan beginnen. Als bedrijfsleider werd Piet Gamelkoorn aangesteld. Nadat Gamelkoorn in Amsterdam de Gay Life een jaartje had gerund, hoorde hij en Willem Brinkhof dat Beekman en Dickers de Gay Palace wilden verkopen en namen zij de zaak over. Nadat het pand op 29 augustus 1986 door een zware brand werd getroffen werd de Gay Palace binnen twee maanden alweer heropend op 30 oktober 1986 met een optreden van de Zangeres Zonder Naam. De mensen stonden die avond in een lange rij voor de kassa. Nadat Club Eye een groot deel van het publiek wegtrok besloot Gamelkoorn de zaak in 1994 te verkopen. Gamelkoorn had beter even kunnen wachten want de druk bezochte Club Eye zou geen lang leven beschoren zijn. Gamelkoorn zou in de jaren tachtig en negentig Café de Keerweer meerdere malen aankopen en verkopen. In 1994 kocht John Stroes de Gay Palace. Toen Stroes in 2013 gedwongen werd de zaak te sluiten heeft Jan Willem Verbeek van Keerweer, Strano en Loge 90 nog onderzocht of er onder de naam Club Why een doorstart mogelijk zou, maar dat bleek niet mogelijk. Tegenwoordig zijn er in het pand luxe appartementen gevestigd.
House of Boys is een hetero friendly organisatie die sinds 2015 techno party’s op verschillende locaties organiseert, zoals Worm, Keile Cafe en Club Bar. Zij omschrijven zich zelf als: Alternative force in the underground club scene of Rotterdam city. A place that blurs the rules. New and old disco/italo/techno/electro music. A call for open-minded club kids to join our techno culture.A lifestyle inspired by raw art, electronic music & turbulent crowd. Foto’s met dank aan Ferhat Aslan.
De Keerweer zit in een steeg met de naam Keerweer op nummer 14. Vroeger heette het Milord van Pim Rath, de ex van Rien van de Cats Club. Daarna werd het een jaar Café Hans van Hans de Bloois. Piet Gamelkoorn en Willem Brinkhof kochten het in 1986. Gamelkoorn kocht het, verkocht het, pachtte het, kocht het, verpachtte het en verkocht het in 2014 aan Jan Willem Veerbeek. De Keerweer gaat aan het eind van de middag open en blijft via het achtergelegen hofje 1e Westblaakhof tot laat in de nacht open. Zelfs op de maandag en dinsdag kan het in de nacht na 2.00 uur erg druk worden.
Wat betreft de cruiseplek ‘Kralingse Bos’ in de ‘goede oude tijd’ toen het daar nog een levendige ontmoetingsplek was, waren er (tenminste) vijf plaatsen in het bos, waar homo’s elkaar ontmoetten. Halverwege het ‘Oude bos’, vanaf de weg het bos in de richting van de Kralingse Plas. Rondom het hertenkamp, vooral aan de achterzijde van de hertenweide. Halverwege het ‘Nieuwe bos’, bij de parkeerplaats en vandaar waaierde het uit in alle richtingen van het bos (nog steeds actueel). Aan het begin van het ‘Nieuwe bos’ was op een heuveltje een houten fort gebouwd, dat op de dag gebruikt werd als kinderspeelplaats en gedurende de nacht veranderde in een soort darkroom. Het Fort kende kleine kamertjes en het was daarom een interessant doolhof om spannende (sex-)avonturen te beleven. Het fort is eind jaren negentig afgebroken. De kale heuvel is er nog steeds. Het gebied rondom het naaktstrandje aan de Kralingse Plas (nog steeds actueel). Eigenlijk was het gehele bos een mogelijke plek om sex te hebben, maar men ontmoette elkaar eerst op een van de bovengenoemde locaties. Bepaalde paadjes en het achterliggende struikgewas waren favoriet.
Loge 90 is sinds 1990 gevestigd aan de Schiedamsedijk 4a. Daarvoor was het de animeerbar ’t Kaboutertje waar ook Loes bij betrokken was. Het interieurontwerp was volgens zeggen geïnspireerd op schepen van de Holland Amerika Lijn. Loge 90 was de opvolger van Loge 52 sinds 1976 gevestigd aan de Coolsestraat 52. “Loge 52” adverteerde met de tekst ‘The Most populair gay bar in Rotterdam’ er kwamen veel homomannen en een enkele vrouw die voor ’homomoeder’ speelde. Met “Stand by your man” van Tammy Wynette uit de jukebox. Huidig exploitant is Rogier Steenhorst daarvoor Jan Willem Veerbeek, Taco met zijn moeder Mieke en Hans en zijn moeder Loes de Keizer. De laatsten begonnen daarna Café De Keizer in de voormalige Jungle aan het Vasteland 5/7.
Mateloos was een café aan de Nieuwe Binnenweg 105a. Zij hadden als een van de eerste cafés de policy van open en transparant te willen zijn waar je zonder aanbellen en portier naar binnen kon. Ze hadden als eerste Rotterdamse gay bar zelfs een terras aan de straat. De zaak werd gerund door vrijwilligers en er vonden tentoonstellingen en optredens plaats. Foto’s met dank aan Erik Bezemer.
De ”Melodybar” was gevestigd aan Singel 230 in Schiedam. Gastheer was Ger Benda. Deze zaak hoorde toch een beetje bij Rotterdam. Veel mensen uit Rotterdam West kwamen er en deze zaak bestond vanaf circa 1969. Was een echte pluchebar.
Bar Michou zat aan de Nieuwe Binnenweg 111 met als eigenaren Jan Visscher en Jan van der Sande, zij zouden samen ook de Cosmo Bar overnemen. In de weekenden ging de zaak ’s morgen al open om 5.00 uur. Zit op de plek waar later Café Will’ns en Wetens van de familie Noorloos zou zitten.
The Moods zit op de ’s Gravendijkwal 92. Eigenaar is James van den Berg. Ooit had hij daar jongensbordeel de Boys Factory, Er vinden cruise party’s plaats ook voor bi’s en travo’s.
De “Palm Beach” was een bar en disco aan Couwenburg 6 in de Hofbogen begin jaren 70. Pim Rath was de eigenaar, barkeeper in de “Select”, later in de “Tiffany”. AI snel kwam er veel heteropubliek en was de aardigheid voor de gays er van af. Pim Rath zou hierna homo Café Milord met nachtvergunning aan de Keerweer nummer 14 beginnen, de huidige Keerweer.
The Pub zat aan de Westzeedijk 68a op de hoek van de Westzeedijk en de Scheepstimmermanlaan. Eigenaren waren Dick Slick en Rina. Kris Barman van Bar in het Schieblock zou daar nog de Sjatzi hebben, maar werd door klachten van de buren gedwongen de zaak te sluiten.
De Roze Musketier zat eerst als nacht eetcafé op de Schiedamse Vest 12 waar nu Turks restaurant Nazar zit en verhuisde daarna naar de Schiedamsedijk 7a waar nu avondwinkel Alexis zit.
Sans Rancune was een relaxruimte met shows door travestieboys, massage en filmvertoningen gevestigd aan de Henegouwerlaan 48a en de Mathenesserlaan 383.
Stats was een club aan de Hartmanstraat hoek Westblaak van Charl Landvreugd en Peter Black Lite. Landvreugd zat ook achter Club Eye aan de Zomerhofstraat. Het filmpje is gemaakt door Rob de Vries.
De Strano zit op de Van Oldenbarneveltstraat 154, in dezelfde straat waar ook de Regenboog zit en ooit de Kameleon zat. Bij de Strano komt een wat meer trendy publiek en stroomt het in de weekenden wat later op de avond vol. Valse Robbie was ooit eigenaar en verkocht het aan Ed Bosman, die het weer aan huidig eigenaar Jan Willem Veerbeek verkocht.
Club Zorba zat aan de Van Speijkstraat 152 en zou later doorgaan onder de naam Joy op het zelfde adres. Volgens de advertentie was het een gezellige ruimte met een ronde dansvloer, goede muziek, garderobe, normale prijzen en de nieuwste muziek met als gastheren Lex en Cor. Aan de bar stond Dik Bade, die ook ik de Monsieur had gewerkt.
De dancing After Dark van Pim Stip en Fred Hartman zat op de Coolsestraat 33-35 waar daarvoor tot 1977 de sociëteit van het COC was gevestigd. Na een verbouwing werd het een populaire plek en zei men ‘we gaan even naar het AD’
Bunkhouse zat op de Nieuwe Binnenweg 105. Kennelijk was John de eigenaar die zijn zaak een echte western en jeans bar noemde. Daarna zat hier ooit Mateloos. Nu zit er een franchise koffiezaak onder de naam 30ml.
De Regenboog zit op de Van Oldenbarneveltstraat 148a.
Wordt ook wel ook wel de ‘gay-Skihut’ genoemd, neemt je vanaf de eerste stap mee in haar feestgedruis. Binnen veel gekleurd licht en spiegelbollen. De muziek springt van hip naar lekker fout. Hier hoor je songfestival hits, de Toppers, Luv’ en Anita Meijer, maar ook Rihanna en Armin van Buuren. Meezingen mag, vooral tijdens de beruchte karaoke-avond op woensdag.
Shaft was een leer en jeansbar aan de Schiedamsesingel 137 tussen de Gay Palace en de Cosmo Bar. Nadat de Motorsport Club Rotterdam uit de Cosmonaut vertrok en introk op de bovenverdieping bij de Gay Palace werd het de Shaft, met als bedrijfsleider Piet Gamelkoorn. Pim Fortuin kwam er en kocht de zaak bijna.
Sauna Spartacus was gevestigd aan de ’s Gravendijkwal 130. In 2014 ging de sauna dicht, wegens een vermeend illegaal maar al jarenlang gedoogd dakterras.
Dick Beekman en Herman Dickers. hadden de zeer succesvolle winkelketen Bluetiek-In met spijkerbroeken van het merk Ball opgebouwd. Na vanuit de Oude Binnenweg diverse filialen in de stad te hebben opgezet, ontstond de vraag wat gaan we doen. Uitbreiden in andere steden? Maar dan moeten we heel veel in de auto gaan zitten en daar hebben we geen zin in. Laten we een discotheek beginnen, maar dan met een heel scherp prijsbeleid, goedkoper dan de andere discotheken in de stad. De Bluetiek-In werd vanaf de eerste dag een groot succes. De Bluetiek-In was geen echte homozaak, maar was wel zeer gay friendly. Op 1 september 1984 zouden zij ook de Gay Palace op de Schiedamsesingel 139 openen.
Cats Club was gevestigd aan de Beukelsdijk 3. Eigenaar was Rien, die ook bij de Palm Beach betrokken was. Merendeels kwamen er lesbiennes maar ook wel gays. En er vonden optredens plaats.
Ergens eind 1993 begon Dick Rutteman Club Eye in Zaal Palace aan de Zomerhofstraat. Charl Landvreugd was creatief leider en manager en zette later samen met Peter de Stats op. Gevestigd aan de Westblaak hoek Hartmanstraat, wat later onder leiding van de zelfde de Blacklight zou worden. Landvreugd is inmiddels zeer succesvol beeldend kunstenaar. Club Eye zou slechts een halfjaar bestaan, maar heeft bij de toenmalige bezoekers legendarische herinneringen achtergelaten. Dj was Naturcia. Publiek was he ho bi georiënteerd, een Rotterdams IT publiek. Het was een grote zaal met altijd een leuke sfeer en bomvol. Er waren altijd veel trava aanwezig. Op 11 maart 1994 trad Grace Jones er op. De toegang bedroeg maar liefst 75 gulden. Reden waarom het waarschijnlijk niet vol zat. Maar de mensen die aanwezig waren vonden het wel een fantastisch optreden. Bij de ingang was een café waar je ook wat kon eten. Boven achter glas was een cruise area waar je op de dansvloer kon kijken. Er werd zelfs gay porn gedraaid. Aan het begin stonden voor het podium allerlei objecten op de dansvloer, die naarmate het voller liep werden verwijderd.
“Marietjes Mini Bar” zat op Noordplein 119, een historisch rijke plek van het Oude Noorden waar vroeger de groothandelsmarkt was. Het was hier lekker flirten, poolen, darten, internetten en op het terras genieten. Alleen voor vrouwen.
De After Dark II zat op de Karel Doormanstraat 205 vlakbij de Westblaak in een kelder onder de huidig Wibra, als opvolger van de After Dark op de Coolsestraat.
Nb Voor de website makers: De club heette After Dark II (twee is dus geen volnummer), omdat het de opvolger was van de After Dark op de Coolsestraat
“De Bak” was een populair café aan de Schiedamse Vest 146. Sinds 2010 is hier de trendy koffiebar annex lunchroom Hopper gevestigd. Eens in de maand trad daar Dolly Bellefleur op. Aan de achterkant aan de Brandersplaats 32 was er een ingang voor de in de kelder gelegen leerzaak “’t Hok” en “Beetje Vaag”. Na ‘De Bak’ werd het even de Zizo van Aad de Slegte en René.
Bunkhouse zat op de Nieuwe Binnenweg 105. Kennelijk was John de eigenaar die zijn zaak een echte western en jeans bar noemde. Daarna zat hier ooit Mateloos. Nu zit er een franchise koffiezaak onder de naam 30ml.
De Gemini zat aan de Diergaardesingel 86. Jan Kloppert had de zaak overgenomen van de legendarische Amsterdamse volkszanger Johnny Jordaan die daar zijn Johnny Jordaan Cabaret had. Kloppert zou hierna samen met zijn moeder de Amicale aan de Batavierenstraat openen.
Heeren op de Hoek was een zaak de op de Mauritsstraat 1 en zat naast de Rotterdamse Schouwburg, waar nu een fifties diner onder de naam Gracy’s zit. Heeren op de Hoek was opgezet door Valse Robbie, die ooit ook de Strano had. Daarna namen Rick en Wil de bar over. Later zou Alexander van Klaveren de zaak onder de naam Lef voortzetten. Er schijnen vaak problemen geweest zijn met klachten van buren over geluidsoverlast. Lef werd door Van Klaveren nog voortgezet op het Westelijk Handelsterrein. Van Klaveren deed een poging om van de voormalige Watt/Nighttown en grote gay-discotheek te maken, maar dat bleek te ambitieus.
’t Hok‘ en ‘Beetje Vaag’ was gevestigd aan de Brandersplaats 32 en was in de tijd van De Bak met ingang aan de Schiedamse Vest 146 de ingang in de nacht voor een op de 1e verdieping gelegen cruise bar.
Café de Jong zat aan de Drievriendenstraat 32 of 34 en was de opvolger van café “Little One” een vrouwencafé, waar het ook gezellig was als je alleen kwam. De eigenaar zei steevast als de dames niet voldoende besteedden: “Haal die zuigers van de kruk”. Er kwam een mengeling van subculturen, lesbiennes en ’culturele potten’. Café “Jan de Jong” kwam na de Little One en was iets moderner, erg druk, met grote feesten, veel zingen en versieren.
Johnny Jordaan opende op 10 november 1961 zijn Johnny Jordaan Cabaret aan de Diergaardesingel 86 in Rotterdam met als zingend personeel Miep en Dick Scholte. Johnny Jordaan was ook in Rotterdam zeer populair en het verhaal gaat dat hij drie weken de Rotterdamse Schouwburg uitverkocht. Mede door belastingschulden zat hij er slechts korte tijd, vertrok naar Antwerpen en ging na eerherstel uiteindelijk weer terug naar Amsterdam. In 1963 gaf hij het singletje uit onder de naam ‘Er is maar 1 Rotterdam, ook al ben je in Mokum geboren”. Hij verkocht de zaak aan Jan Kloppert die de zaak onder de naam de Gemini zou gaan exploiteren.
Joy zat aan de Van Speijkstraat 152 en was een disco, cabaret en dancing en was de opvolger van het op het zelfde adres gevestigde Club Zorba. Met als barkeeper Piet Geluk, Piet Lucifer noemde ze hem ook, overal waar hij werkte ging de zaak in de fik. Ook de Joy brandde af.
Een eetcafé in een paviljoen op de Leuvehaven 56. Ketelbinkie is ook de naam van de al meer dan 25 jaar opererende Rotterdamse lgbt sports club met zo’n 300 leden in 9 sporten en maandelijks terugkerende activiteiten.
Boys Factory zat aan de ’s Gravendijkwal 92 en was een plek waar je betaalde seks kon hebben. Hier wordt James van den Burg geïnterviewd door Rob de Vries, de datering wordt geschat op 1999.
Pim Stip en Fred Hartman runden de Loge 52 van 1976 tot circa 1985 aan de Coolsestraat 52. In die tijd exploiteerden zij ook de Afterdark op de Coolsestraat 33. In 1990 zou Pim Stip de Loge 90 op de Schiedamsedijk 4 beginnen, die daar tot op de op de dag van vandaag nog altijd gevestigd is aan de Schiedamsedijk 4.
MSR 40 jaar: de motor slaat af.
Op 12 november 1977 is de vereniging met de ondubbelzinnige naam Motor Sportclub Rotterdam opgericht. Korte benaming: MSR.
Wie de doelstelling in de statuten (in augustus 1991 aangepast) leest, zal ook niet bevroeden dat er een geheel andere wereld schuil gaat achter wat er staat omschreven in artikel 2:
“de vereniging heeft ten doel het bevorderen en propageren van de motorsport in het algemeen, alsmede het leggen van kontakten onder motorrijders en gelijk-geïnteresseerden”.
Zij doet dit door tochten of manifestaties te organiseren, door kontakten te onderhouden met andere gelijk-geïnteresseerde motor-sportclubs. Bijvoorbeeld met de Motor Sportclub Amsterdam, de MSA, die 7 jaar eerder al het licht zag.
Met andere internationale clubs verliep het contact in ECMC-verband: European Confederation of Motorcycle Clubs.
Een ander middel waarmee de MSR haar doel kon bereiken was door het (doen) uitgeven van publicaties.
Als je zo’n blad opensloeg – de MSA kende de ‘Koplamp’, de MSR de ‘Kickstarter’ – wist je direct uit welke hoek de wind waaide. Niks dubbelzinnigs aan: als de redactie niet had uitgehaald met forse foto-erecties dan lieten de adverteerders er geen twijfel over bestaan. Het ging zelden over motoren, maar om het leer dat daarbij te pas kwam. Hoewel dat ook maar ten dele het geval was, want vaak ging het om body-harnasses en jock-straps. De damp sloeg ervan af.
Niet zo vreemd wanneer je beseft dat Hannes van de Massad Shop (eerst op de Zomerhofstraat, later gevestigd aan de Mathenesserweg 9) de Kickstarter ‘vulde’. De MSA-Koplamp stond strak van de advertenties van Argos, Anco Hotel, Mr B. etc. Maar ja, de bladen kwamen niet verder dan de leden en de andere verenigingen. Dus de buitenwacht kon nog steeds denken met een gewone motorclub te maken te hebben.
De complete jaargangen van de ‘Kickstarter’ zijn op 3 juni 2008 met dank aan Rob Kreemers overgedragen aan het Stadsarchief. Voor wie het ooit nog eens wil naslaan.
In de jaren ’70 was leer als fetish en lifestyle een hoge vlucht genomen, vanuit San Francisco en Chicago waar bij International Mister Leather verkiezingen 1.000’n mannen bijeen kwamen. Hele hotels waren meerdere dagen vol met Leathermen & Friends.
Rotterdam kende dus vanaf november 1977 haar eigen vereniging. Hoewel het artikel over het lidmaatschap enthousiast begint met ‘Lid kan een ieder worden’ was er zeker in de beginjaren een strikte ballotage. Je moest eerst drie handtekeningen van leden ‘verzamelen’. En dan was je er nog niet, want je werd eerst ‘kandidaatlid’. Daarna pas echt lid. Dat ging ook nog gepaard met verschillende kleuren MSR-badges:
een kandidaat had er een met witte vakjes, een echt lid groen-wit-groen. Naar schatting zijn er in Rotterdam nooit meer dan 40, 50 leden geweest.
Het was allemaal heel strikt geregeld, zelfs in een heus Huishoudelijk Reglement uit 1981. Vergelijkingen met de Rotary dringen zich op. Dat gold in nog hogere mate voor de ECMC met een Annual General Meeting.
Zo’n AGM rouleerde door heel Europa en ging vaak gepaard met feesten die niets aan de verbeelding overlieten op bijzondere lokaties. Een van deze parties is op 8 oktober 1983 georganiseerd door de MSR, ‘Sex’th Birthdayparty’, met medewerking van Cees van Wijk, in Hal 4. De toenmalige directeur, Evan van der Most, kan daar een boekje over opendoen. Ook in Odeon is zo’n party georganiseerd. Vooraf werd de zaaleigenaar op de hoogte gesteld dat het weliswaar om een Motorsportclub ging, maar dat sommige motorrijders een broek droegen waar het kruis uit was weggesneden, zgn. chaps.
Hoewel sommige uitbaters zeiden wel wat gewend te zijn, gingen er toch wel wenkbrauwen naarmate de avond vorderde.
Het fenomeen ‘donkere kamer’ werd in die tijd alleen nog maar geassocieerd met fotografie.
In die beginjaren ’80 waren er nog niet zo veel mogelijkheden voor leer-fanaten, fetish-lovers, SM-‘ers etc. om uit te gaan of elkaar te ontmoeten. De MSR-Clubavond in de Cosmonaut was eigenlijk de enige mogelijkheid. Alternatief waren contactadvertenties of het fenomeen ‘Interchain’: een papieren datingorganisatie. Het analoge Grindr.
Midden jaren ’80 waart er een boos spook door de wereld: een vier-letterwoord met een vernietigende uitwerking. Dit houdt de verbreiding van de verworvenheden van de sexuele revolutie niet tegen: fetish wordt mainstream en dringt door in de grote clubs, feesten. In de AGM vinden verwoede discussies plaats over het ja / nee (witte) sneakers toe laten op Club-parties. En of zo’n Club dan nog wel lid van de ECMC kan zijn.
Om een avond safe & wild uit je dak te gaan hoef je geen lid meer te worden van een motorclub. Het aanbod is er te kust en te keur. Als daar ook nog eens de digitale schokgolf van Internet over heen gaat, neemt de animo om lid te worden af. De bestuursvergaderingen van de MSR worden meer een PC-hobbyclub waar de laatste software wordt uitgewisseld, met dank aan IT-expert Bert Boer. Er zijn steeds minder leden met een motor (en dat was altijd al een fractie van het totale ledenbestand). Toerritten worden nog maar weinig georganiseerd. De maandelijkse avond, verhuisd van Cosmonaut naar de naastgelegen Shaft, raakt in het slob. Het is niet meer uit te leggen dat men als niet-lid entree moet betalen. De belangrijkste activiteit in de jaren 2005 / 2010 is het Nieuwjaarsdiner, met meer en meer het karakter van een reünie van buikige mannen in het leer. Een van de leden van het eerste uur, Wim Vermeulen, spreekt gekscherend van de ‘Macaroni Spaghetti Ravioli’-club.
Ook de MSA en ECMC raken over hun hoogtepunt heen. Op 29 oktober 2010 viert de MSA haar 40ste verjaardag, met een diner aan lange tafels in het COC-gebouw. De show biedt in een schimmenspel nog wel suggestieve sexscènes. Maar de stoom is er af, de motor hapert.
De nog zittende bestuursleden van de MSR vinden, na een periode van jarenlange stilte, zelfs geen Nieuwjaarsdiner meer, de tijd rijp om de motor af te zetten en de vereniging op te heffen en uit te schrijven uit het KvK register. De op 12 november 2017 aanwezige leden worden gevraagd met dit besluit cf. artikel 15 in te stemmen en het saldo te besteden aan de laatste borrel die middag.
Voorjaar 1983 opende Dick en Herman de discotheek BlueTiek-In onder dezelfde naam als hun tien kledingzaken die heel populair waren. Zij wilden niet uitbreiden buiten Rotterdam en omstreken, anders zaten ze de hele dag alleen maar in de auto dus toen werd er uitgebreid met een disco.
De eerste twee jaar (’84 en ’85) werd BlueTiek-In uitgeroepen tot Discotheek van het Jaar door het Algemeen Dagblad.